Publication

Een survey onderzoek naar vaderlijke verbondenheid met de foetus: wat met een mans perceptie van zijn vrouw als poortwachter?

Van Gorp, Lore
Citations
Altmetric:
Publication Type
Journal article
Editor
Supervisor
Publication Year
2012
Journal
Tijdschrift voor Sociologie
Book
Publication Volume
33
Publication Issue
2
Publication Begin page
156
Publication End page
178
Publication Number of pages
Collections
Abstract
Uit sociologisch en historisch onderzoek blijkt dat vaderschap een flexibele so ciale constructie is (Doherty, Kouneski & Erickson 1998). Elke generatie heeft namelijk haar eigen ideale invulling van het vaderschap die bepaald wordt door de heersende tijdsgeest en de maatschappelijke omstandigheden. Voor het vader schap in de 21ste eeuw is onder meer de toegenomen arbeidsparticipatie van de vrouw en de groeiende diversiteit in gezinstypes van belang (Cabrera et al. 2000; Hanson 1985). Mede door deze sociale veranderingen worden mannen de laatste decennia aangemoedigd om reeds tijdens de zwangerschap actief betrokken te zijn (Draper 2003). Hoewel de wetenschappelijke aandacht voor vaders-in-wording eerder ge ring blijft (voor een overzicht, zie: Genesoni & Tallandini 2009), is onderzoek naar vaderlijke betrokkenheid tijdens de zwangerschap wel degelijk relevant. Zo toont onderzoek dat toekomstige moeders waarvan de partner betrokken is bij de zwangerschap vroeger prenatale verzorging krijgen en minder tabak con sumeren dan zwangere vrouwen waarvan de partner niet betrokken is bij de zwangerschap (Martin et al. 2007; Teitler 2001). Er wordt dus een positiever gezondheidsgedrag vastgesteld. Vaderlijke betrokkenheid wordt in de literatuur gebruikt als overkoepelende term om te verwijzen naar diverse types van betrokkenheid van mannen bij de ont wikkeling en opvoeding van hun kind (Hawkins et al. 2002; Schoppe-Sullivan, McBride & Ho 2004). Voor vaderlijke betrokkenheid tijdens de zwangerschap kan er een onderscheid gemaakt worden tussen enerzijds hun emotionele betrokken heid (bv. hun gevoelens tegenover het zwangere lichaam van hun partner) en anderzijds hun daadwerkelijke betrokkenheid (bv. het bijwonen van een prena tale infosessie) (May 1982). In deze studie wordt er ingezoomd op één onderdeel van de emotionele betrokkenheid van toekomstige vaders bij de zwangerschap, namelijk op vaderlijke verbondenheid met de foetus. De emotionele verbondenheid van een toekomstige vader met de foetus kan beschouwd worden als een eerste vorm van vaderschap (Habib & Lancaster 2006). Onderzoek suggereert dat latere manifestaties van de vaderrol samenhangen met deze eerste vorm van vaderschap. Zo blijken mannen die zich tijdens de zwanger schap sterk emotioneel verbonden voelen met de foetus, zich ook na de geboorte sterk verbonden te voelen met hun kind (Ferketich & Mereer 1995; Hjelmstedt & Collins 2008). Het voorgaande is relevant, aangezien emotionele vaderlijke ver bondenheid vaak samengaat met daadwerkelijk vaderlijk gedrag (Habib & Lan caster 2006) en er al meermaals een positieve invloed van vaderlijk gedrag op de gezondheid en het welzijn van het kind werd vastgesteld (Amato & Riviera 1999; Bzostek 2008; Harper & Fine 2006; Nugent 1991; Rohner & Venziano 2001). De studie waarover hier gerapporteerd wordt, maakt gebruik van een identi teitstheoretische omkadering. Dit kader wordt frequent gehanteerd in onderzoek naar vaderlijke betrokkenheid (Bruce & Fox 1999; Fox & Bruce 2001; Habib & Lancaster 2006; Henley & Pasley 2005; Maurer, Pleck & Rane 2003; McBride et al. 2005; McBride & Rane 1997; Minton & Pasley 1996; Rane & McBride 2000; Sanderson & Sanders-Thompson 2002). In navolging van Habib en Lancaster (2006), die zich eveneens toespitsten op vaderlijke verbondenheid met de foetus, passen we de identiteitstheorie van Meeall en Simmans (1966) toe. Vernieuwend aan de studie is de aandacht voor de percepties van toekomstige vaders van hun partner als poortwachter. Verschillende onderzoeken tonen aan dat moeders een regulerende functie op zich nemen wat betreft de vaderlijke betrokkenheid van hun partner bij hun reeds geboren kind (De Luccie 1995; Fagan & Barnett 2003; Gaunt 2008; Maurer, Pleck & Rane 2001; McBride & Rane 1997; Schoppe-Sullivan et al. 2008). Tijdens de zwangerschap is de interactie die kan plaatsvinden tussen vader en foetus beperkter dan de interactie die kan plaatsvinden tussen moeder en foetus (Lupton & Barclay 1997). Dit maakt het interessant om na te gaan of er al tijdens de zwangerschap sprake is van mater nal gatekeeping en, indien dit zo is, of dit de emotionele verbondenheid van de toekomstige vader met de foetus beïnvloedt. Gebruikmakend van kwantitatieve data (N = 187) die specifiek voor deze studie verzameld zijn, wordt er een antwoord gezocht op volgende onderzoeksvragen: (1.1) Is de verbondenheid van toekomstige vaders met de foetus groter naar mate ze relatief meer belang hechten aan hun vaderidentiteit dan aan andere identiteiten? (1.2) Is de verbondenheid van toekomstige vaders met de foetus groter naarmate ze zichzelf meer als verzorger of als kostwinner zien? (2.1) Is de verbondenheid van toekomstige vaders met de foetus groter naar mate hun gepercipieerde beoordeling van hun partner positiever is? (2.2.) Wordt de relatie tussen de vaderidentiteit en de vaderlijke verbondenheid met de foetus beïnvloed door de perceptie van de toekomstige vader over de vader bij de zwangerschap?? (2.3) Is er een onrechtstreeks effect van de per ceptie van de toekomstige vader omtrent de beoordel~~ van zijn partner be treffende de betrokkenheid van de toekomstige vader biJ de zwangerschap op zijn emotionele verbondenheid met de foetus via zijn identiteitspercepties?
Research Projects
Organizational Units
Journal Issue
Keywords
Individual Differences
Citation
Knowledge Domain/Industry
DOI
Other links
Embedded videos